Subscribe Here

In Memoriam Ed van Thijn (1934-2021)

22 December 2021

Ed van Thijn (1934-2021) was a Dutch politician for the Labour Party (PvdA), historian, and member of the NHC’s Committee from 1996-2010. He passed away on 19 December 2021. The NHC would like to take this opportunity to offer condolences to his family and friends, and express gratitude for the mark he left on our organisation. 

Read below (in Dutch) for the In Memoriam written by Piet de Klerk, Chair of the NHC’s Supervisory Board.

Ed van Thijn was vooral een Nederlands politicus en bestuurder: minister van Binnenlandse Zaken, burgemeester van Amsterdam. In de vele necrologieën die de afgelopen dagen – na zijn overlijden op 19 december – zijn verschenen is er weinig aandacht voor de internationale dimensie van zijn werk. Die internationale oriëntatie was er zeker ook, vooral in het tweede deel van zijn carrière.

Dat begon in zekere zin met het telefoontje in januari 1996, een maand na het Dayton akkoord, van Hans van Mierlo, toen minister van Buitenlandse Zaken, of van Thijn de coördinator wilde worden van de OVSE-missie die de later in het jaar te houden verkiezingen in Bosnië-Herzegovina zou moeten waarnemen. In Stemmingen in Sarajevo (1997) beschrijft van Thijn hoe hij die baan kreeg zonder dat hij ooit ‘ja’ had gezegd op dat verzoek van van Mierlo. Van Thijns boek is nog steeds een interessant verslag van de vele voetzoekers die hij in Wenen, waar de OVSE gevestigd is, en in Bosnië op zijn weg vond; vòòr zijn benoeming, daarna maar voordat vaststond dat de verkiezingen daadwerkelijk gehouden zouden worden, tijdens het eigenlijke werk van de waarnemersmissie, en na de verkiezingen toen de VS onmiddellijk druk uitoefende op van Thijn om te verklaren dat de verkiezingen free and fair verlopen waren – druk die hij weerstond.

Enige maanden na de afronding van zijn missie in Bosnië in september 1996, werd van Thijn gevraagd om toe te treden tot het Nederlands Helsinki Comité, een functie die hij met verve vervuld heeft tot 2010, toen het rotatiebeginsel ook voor hem gold.

Het Nederlands Helsinki Comité was niet het enige orgaan dat van van Thijns ervaring wilde profiteren. Hij werd o.a. gevraagd voor de International Crisis Group en voor het Europese Waarnemingscentrum tegen Racisme en Xenofobie, later omgezet in de Fundamental Rights Agency in Wenen. Over die laatste heeft hij in Blessuretijd (2012) boeiend geschreven. Over fundamentele rechten in een multiculturele samenleving heeft hij diep nagedacht en terzake treffend zijn standpunten verdedigd. Niet verbazingwekkend woog daarbij het verschil tusssen anti-semitisme en kritiek op Israelisch beleid zwaar.

Hierboven werd gesteld dat van Thijns internationale carrière ‘in zekere zin’ in 1996 begon. Uiteraard was hij ook eerder soms internationaal actief. Blessuretijd bevat een vermakelijk hoofdstuk over een reis naar Rusland in 1976 (kort na de Helsinki Akkoorden) tijdens welke de bezoekers zowel officiële ontmoetingen hebben als bijeenkomsten met een bont gezelschap van dissidenten. De opbrengst van de reis was niet gering: een manuscript voor een nieuw boek van Andrej Sacharov dat het land uitgesmokkeld kon worden; toestemming dat Sacharovs echtgenote, Jelena Bonner, in het buitenland een operatie mocht ondergaan en toestemming dat Andrej Amalrik (‘Haalt de Sovjet-Unie 1984?’) in het buitenland zijn studie mocht afmaken.

Het NHC is Ed van Thijn erkentelijk voor zijn inzet gedurende vele jaren.